Feedervissen, Techniek:

Werpen.

Je kijk vanaf de oever naar een feeder hengelaar.
Op een gegeven moment is het zover en gaat hij opnieuw inwerpen. Je ziet hem staan in opperste concentratie, de hengel hoog gesteund achter zijn hoofd en plots zwiept hij met een gracieuze beweging het korfje de verte in. Het lijkt poepsimpel, waarschijnlijk is het dat ook, maar
er komt toch wat meer dan bij kijken dan alleen maar wat gezwiep.
De bedoeling van deze handeling is via een reproduceerbare beweging het korfje steeds opnieuw op "ongeveer" dezelfde plaats te krijgen. Vele factoren spelen hier toch een niet onbelangrijk rol.
            - actie van de hengel en tip van de hengel,
            - gewicht van het korfje,
            - vorm en loodplaatsing van het korfje,
            - hoeveelheid voer (gewicht) in het korfje,
            - windsterkte en richting
            - stroomrichting en sterkte van de stroming. (niet bepalend voor het werpen,
               wel voor het resultaat)

De klassieke en ook meest voor de hand liggende manier is tweehandige 'overhead worp'.
Deze kan je al staande of al zittend uitvoeren. Veel hangt af van bv de te werpen afstand of
van andere omstandigheden zoals bv een paraplu die achter je staat.
Alvorens men een werppoging doet, moet je een en ander eerst nakijken.
Zijn er geen obstakels achter mij, is er hoog gras, ligt er toevallig geen schepnet enz.
Het is me meer dan eens overkomen dat de haak van de onderlijn vasthaakte aan mijn
schepnet of een ander iets.
Je gooit dan simpelweg een voorkorf in, maar zonder haak of haakaas.
Veel ga je niet vangen op deze manier. Dus neem je tijd, controleer dit even en indien nodig
maak je deze plaats 'obstakelvrij'.
Tijd om de korf te vullen met voer, het aas aan de haak te doen en de lijn op te draaien.
We laten een 10 à 20 cm vrij tussen hengeltop en het begin van de lijn (eerste lus).
De rechtshandige onder ons omklemmen met de rechterhand de voet van de molen.
Natuurlijk moet je de beugel van deze molen openzetten en de draad achter je wijsvinger en hengel klemmen. Met je linkerhand neem je de handgreep vast op het uiteinde en we brengen de
hengeltop, met gestrekte armen, over ons hoofd en achter ons lichaam.

Dit is de start houding.

           

                                  Klik op de foto om het filmpje te zien.

Kijk hier voor een tweede filmpje, zittende overhead worp.

Let op want het binnenhalen van het filmpje kan even duren.
De filmpjes hebben de .MOV extentie en kunnen afgespeeld worden met
Quicktime player.

We fixeren een vast punt aan de overkant van het water, kijken niet achterom en zetten
de gooibeweging in. Met onze dominante hand (meestal rechts) duwen we als het ware de
hengel naar voren en gelijktijdig trekken we met de linker hand de hengel naar achter.
Op een bepaald moment zal de actie van de hengel, het gewicht van de korf en de ingezette
beweging het werk overnemen en moeten we de,tussen wijsvinger en hengel geklemde lijn,
lossen. Het moment van het lossen van de lijn is erg belangrijk.
Wacht je te lang om te lossen, dan belandt het korfje slechts enkele meters voor je voeten,
maar te snel lossen geeft een bijna verticale worp en dan kan je maar beter een helm op hebben.
Zoals met vele zaken zal veel oefenen leiden tot perfectie.
Het is natuurlijk de bedoeling om "ongeveer" steeds op de zelfde plek te gooien en zoals
reeds vermeld  bij de eigenschappen van een goede molen, is er een lijnclip die toelaat om
op z'n minst de afstand van de worp onder controle te houden. Deze clip is slechts een
hulpmiddel en het is verstandig om de lijn tijdens het einde van zijn vlucht wat af te remmen.
Met gevlochten draad loop je minder risico op lijnbreuken, maar nylon rem je beter af.
Het spreekt voor zich dat de 'visafstand' reeds voordien; tijdens het peilen, is vastgezet.
Kijk hiervoor bij 'peilen'.
Wat volgt is weer een persoonlijke manier van werken en er zijn duidelijk andere opties.
Zodra mijn korf het water raakt; de beugel is nog steeds open, breng ik de top van de
hengel onder water.  De bedoeling hiervan is om de lijn snel onderwater te hebben en
om te voorkomen dat de wind vrijspel heeft op de lijn.  De gevulde korf zakt nu naar de
bodem en zodra hij deze raakt zal de top van de hengel zich ontspannen. De meer ervaren
vissers zullen dit voelen aan de beweging van hun hengel, de mindere goden steken
daarom best de tip niet te diep in het water zodat je kan zien wat en wanneer het gebeurd.
Nu de korf op de bodem ligt kan je de beugel overhalen en de lijn verder opspannen.
Het is aan te raden om de hengel nu in de steunen te leggen (toch minstens de voorste)
en de hengeltip onder een milde spanning  (dus buiging) te brengen.
We zijn nu klaar om vis te vangen en concentreren ons op de tip van de hengel en hopen
dat er snel wat beweging te bemerken valt.
Wat je ook kan doen bij uitblijven van beten en wanneer de bodem het toelaat, is regelmatig
de hengel van de steun nemen en het korfje een beetje verslepen. De hengel terugplaatsen
en de tip opnieuw opspannen. Dit zorgt ervoor de het resterende voer vrijkomt uit het korfje
en het aas zich verplaatst, al dan niet door het vrijgekomen voederspoor.
Door deze manier van 'actief' vissen heb ik al menig visje verschalkt.    
Het is volgens mij ook erg belangrijk om tot aan de lijnclip te gooien.
Op deze manier zal niet alleen de afstand goed zijn, maar zo voorkom je ook eventuele andere
problemen zoals in de war geraken met onderlijn en montage.
Als je stevig tot aan de lijnclip gooit zal de korf een soort 'noodstop' maken omdat hij gewoonweg
niet verder kan vliegen. De onderlijn met aas is ongeveer een meter langer en zal ook deze afstand
verder vliegen. Tot aan de lijnclip vliegen korf en onderlijn samen, maar eens aan de lijnclip gekomen
gaat de onderlijn dus een beetje verder door. Korf en onderlijn zullen dus duidelijk apart naar
naar beneden gaan.

 

terug naar feerdervissen techniek    terug naar feedervissen    terug naar hoofdmenu