Materiaal:

Lood.

Lood is een zacht, buigzaam en kneedbaar donkerblauwgrijs metaal. Het wordt sinds 5000 voor Christus gebruikt omdat het wijdverspreid op aarde voorkomt en eenvoudig kan worden bewerkt.
In het Romeinse Rijk werden loden pijpen gebruikt om water te transporteren die in sommige gevallen 2000 jaar later nog steeds in gebruik zijn.
Begin de jaren ‘80 ontstond het besef dat lood schadelijk was voor het milieu met als gevolg dat het gebruik ervan aan banden werd gelegd. In autobrandstoffen werd lood vervangen door andere stoffen en loden leidingen werden vervangen door kunststof of koper. Ook in verven werd het veel gebruikt, maar ook hier is de wetgeving strenger geworden.

Zoals je merkt is lood erg schadelijk voor mens en dier, maar schijnbaar zijn er niet echt veel alternatieven beschikbaar om het lood te vervangen als verzwaringsmiddel.
Houd rekening met bovenstaande feiten en laat nooit zo maar lood achter op je visplaats. (Laat trouwens niets achter!)
Precies omdat lood zo gemakkelijk bewerkbaar en beschikbaar is in alle maten en gewichten,
maakt het zo aantrekkelijk in de vissport.



      

De dobbers, zelfs die van 0.20 gram, zijn lichter dan water en zouden dus plat op het
wateroppervlak liggen indien men ze niet zou verzwaren. Dit zou de meeste aanbeten niet duidelijk tonen en ik betwijfel of je veel vis zou vangen.
Door het monteren van gewicht (lood) op de lijn breng je een soort evenwicht in de balans en
komt de dobber recht in het water te staan.
Een ander voordeel van dit gewicht, is dat de lijn ook naar beneden zakt en het aas op de gewenste diepte en plaats brengt.
De kunst is om de zaak zo uit te balanceren dat de vis geen, of nauwelijks, weerstand ondervindt bij de aanbeet en hij zich laat verrassen.
De meeste gebruikte loodtypes zijn kogellood of stijllood.

                 

De loden kogeltjes of staafjes zijn voorzien van een inkerving waarin men de draad legt, om
vervolgens door te knijpen op het lood, dit vastklemt op de lijn.
Omdat het lood zacht is kan men dit met de vingers doen en moet men geen tang of klem gebruiken. Het risico hiervan zou zijn dat men het lood te hard klemt en niet meer kan verschuiven.
Men zou ook de lijn kunnen beschadigen, wat dan weer kan leiden tot draadbreuk.

De loodverdeling op de lijn is weer een ander verhaal en wordt beïnvloed door verschillende factoren, maar de belangrijkste zijn de toestand van het water en de manier van aasaanbieding.
Op stilstaande waters wordt het lood van groot naar klein naar de haak toe gemonteerd en het
kleinste loodje bevindt zich het dichtst bij de haak. Op welke afstand precies het laatste loodje moeten zitten is ook weer een bijzonder gegeven en je zal ondervinden dat dit je resultaat zeer veel kan beïnvloeden.

Op welke soort van vis je gaat vissen kan natuurlijk ook zijn belang hebben, want niet iedere vis aast op de bodem, maar soms er net boven en dan dien je je strategie aan te passen.
Stromend water vraagt een andere aanpak en vaak zie je dat men het lood eerder groepeert om alles beter boven de voederplaats te houden. Meestal zijn de dobbers ook veel zwaarder en kan je niet anders dan meer lood te gebruiken.

Kijk eens naar dobber en loodmontage.

Wat men ook al eens gebruikt bij ‘zwaarder’ water en weersomstandigheden is het schuiflood.

 

Dit wordt niet vastgeknepen op de draad, maar kan, zoals de naam laat vermoeden, verplaatsbaar zijn over een bepaalde lengte van de draad. Men dient het dan ook te monteren voor men de haak aan de lijn zet en dit gebeurt door het centrale gaatje in het lood.

Opmerkingen:

Probeer het lood niet vast te klemmen met je tanden! Lood is giftig.
Laat dan ook geen lood rondslingeren in de buurt van kinderen.
Zorg er steeds voor dat je het lood nog kan verschuiven op de lijn.
De hoeveelheid lood nodig om een dobber uit te balanceren komt ongeveer overeen met het gewicht
van de dobber. Let bij het bevestigen van het lood goed op dat je de draad niet beschadigt.
Bij wat mindere aanbeten probeer je eens om het onderste loodje te verschuiven.
Bij het monteren proberen om de inkervingen in het zelfde vlak houden.
Geeft minder torsie op de lijn.

 

 

terug naar materiaal    terug naar hoofdmenu