Materiaal:

Toebehoren.

Hierbij nog een opsomming van enkele zaken die je volgens mij best kan mee hebben als je gaat
vissen.

-Katapult:
De jongens onder ons, of de ‘kwajongens’ onder de dames, kennen dit nog van in de jeugdjaren.
Meteen even opmerken dat niet overal het gebruik van een katapult is toegelaten.
Sommige instanties beschouwen het als ‘wapen’!
Nu gaan we het echter voor andere doeleinden gebruiken; aas ter plaatse brengen, en als het
kan met de nodige precieze.
Het vraagt een beetje oefening en het hangt ook wat af van het type aas. Afstand, wind, stroming van het water en soort aas spelen een belangrijke rol in het ‘schietproces’.

Zorg er ook voor dat de katapult droog is, anders kleeft het aas er misschien in vast.
Reserve onderdelen, of beter een reserve katapult, kan je beter bijhebben.

 

-Emmer:
Geen gewone emmer natuurlijk, maar een zo groot mogelijk exemplaar.
Wordt voor verschillende doeleinde gebruikt voor, tijdens en na het vissen.
Voor: opbergruimte tijdens transport naar de visplaats en vooral om (indien toegelaten) het voeder
te bereiden.
Daarom is het ook van belang dat het grondoppervlakte van de emmer zo groot mogelijk is om goed
al de voeringrediënten te kunnen mengen.
Kleine emmertjes laten dit niet toe en bovendien zal je merken dat de voederzeef te groot zal zijn
om te kunnen dienen.
Tijdens: is hij gevuld met het plaatselijke water om de vis te onthaken en je handen te bevochtigen.
Na: de afwas! (zonder zeep!)

 

-Madendoos:
Of voor ander aas.
Voorzien van de nodige verluchtingsopeningen en perfect en stevig afsluitbaar.
Alle vormen en maten zijn beschikbaar.
Voor levend aas niet te klein nemen.
 

   

-Zeef:
Gebruik je thuis en aan de waterkant.
Thuis als madenzeef; scheiden van groot en klein, levend of dood!
Aan het water als voederzeef. Maak nooit de fout je voeder niet te zeven!
In den beginne deed ik het ook niet en was zeer sceptisch, tot we het gezeefde voer van mijn vismakker vergeleken met het ‘slijk’ dat ik in het water gooide.
We komen hier later op terug.
Verschillende diameters beschikbaar.
Fijn- of grofmazig.

 

-Onthaker:
Beschikbaar in metaal; koper, inox en in kunststof.
De metalen versies zijn meestal fijner en minder volumineus. De kunststoffen zijn misschien wat visvriendelijker, maar zijn wel wat groter. Veel kunststof onthakers blijven drijven.

    

 

 

Worden gebruikt indien men de haak niet onmiddellijk kan verwijderden met de hand.
Hier geldt ook het principe: “respect voor de vis” en als je langer dan nodig zit te prutsen aan het onthaken, dan kan je beter de lijn doorknippen en de vis sparen.
Enerzijds zijn sommige vissen erg gevoelig voor dit gebeuren en anderzijds zijn er vissen (bv aal en andere roofvis) die vaak het aas erg gulzig nemen en de haak diep in hebben.
Belangrijk is dat men de lijn steeds onder tractie houdt en snel werkt.
Het is geen duur instrument, neemt niet veel plaats in en redt vele levens; ik heb er steeds
meerdere bij me.

-Peillood:
Knijpers en aanhakers.
Welk type je gebruikt is niet zo belangrijk en is puur een gewoonte. In een ander hoofdstuk meer
hier over.
De techniek van uitloden echter is des te belangrijker.
Zorg steeds dat je het lood goed fixeert aan de lijn. Zoals je weet is lood een erg giftig metaal en peillood is meestal niet zo klein.
Het aanhaaklood heeft een bodem van kurk of kunststof foam en is volgens mij iets preciezer.

       

-Tuigjes:
Keuze te over.
Kies je tuigjes wel in verhouding tot je dobber. Een dobber die langer is dan het tuigje is meer onderhevig aan beschadiging.
Vele tuigjes hebben een ‘dobberzijde’. Ze zijn aan een zijde voorzien van een uitstulping zodat de dobber min of meer beschermd is en de uitstulping beschadiging door bv schuren voorkomt.
Dikwijls worden tuigjes geleverd met een klemmetje om het uiteinde van de lijn vast te klemmen op
het tuigje.
Tracht ook op ieder tuigje te noteren wat er op zit! Lengte van de lijn, diameter, sterkte draad, haaknummer of andere nuttige informatie.
Handig is ook dat je tuigjes/lijnen per ‘visplaats/vismanier/diameter/omstandigheden, enz groepeert in doosjes. Het heeft niet veel zin om lijnen met dobbers van bv 15 gram mee te nemen naar een visput met stilstaand water en van 1 meter diep. Sorteren die handel en overzicht behouden.

 

-Diversen:
Steeds terug te vinden in mijn visbak:
Een schaartje of nagelknipper, een spons, wat doekjes, een eindje touw en wat kunstaas.
Niet in de visbak, maar altijd bij, zijn de zin in het sportvissen en het respect voor de vis en zijn omgeving!

 

terug naar materiaal    terug naar hoofdmenu