Driedoornige stekelbaars.
|
Familie indeling |
Gasterosteidae |
|
Wetenschappelijke naam |
Gasterosteus aculeatus |
|
Bijnaam |
Stekelbaarjes |
|
Buitenlandse namen |
Three-spined stickleback (GB) Epinoche (Fr) Dreistachlingen stichling (D) |
|
Afbeelding |
 |
|
Max. Lengte (M/F) |
10 cm |
|
Max. Gewicht |
|
|
Max. Leeftijd |
3 jaar |
|
Typische kenmerken |
3
tot 4 aparte en scherpe stekels op de rug (voor de rugvin),
2 op de buik en 1 anaal. In de paaiperiode hebben de mannetjes een rode/oranje keel en borst, een blauwgroene glans op de rug en een zilverblauwe of diepgroene iris. Ze hebben ook geen schubben, maar beenplaatjes op de flank. (tot 35 naargelang de soort) Eindstandige bek. |
|
Vindplaats |
In
niet te snelstromende waters, maar heeft een zeer variabel
leefgebied. Zou kunnen overleven in zowel zout, zoet als brak
water. Het water is best helder, eerder ondiep en er mag best
wat plantengroei zijn. De stekelbaars stelt niet de hoogste
eisen aan de waterkwaliteit. Niet beschermde soort. |
|
Uiterlijk |
Zijdelings afgeplat visje van ongeveer 10 cm. Zilverachtige kleur. |
|
Voortplanting |
April tot juli. Vanaf hun tweede levensjaar zijn ze geslachtsrijp en meestal niet lang na de voortplanting sterven de meeste. Ze vertonen een erg specifiek en speciaal paaigedrag. De mannetjes gaan zeer agressief het territorium verdedigen. Ze maken een typisch nest en lokken de wijfjes hierin. Het wijfje wordt verjaagd en het mannetje bevrucht de eitjes. De eitjes en jongen worden door het mannetjes bewaakt. Na 1 jaar zijn ze ongeveer 3 à 5 cm groot. Er worden tot 400 doorzichtige eitjes gelegd die na ongeveer 2 weken uitkomen. |
|
Voeding |
Meestal insecten, larven, weekdieren en soms planten. zijn ook gekend om kannibalistisch gedrag. |