Kleine modderkruiper.
Familie indeling
|
Cobitidae |
Wetenschappelijke naam
|
Cobitis taenia |
Bijnaam
|
|
Buitenlandse namen
|
Spined loach (GB)
Loche de rivière (Fr)
Steinbeisser (D) |
Afbeelding
klik op foto voor grotere
afbeelding
|

|
Max. Lengte (M/F)
|
14
cm |
Max. Gewicht
|
20
gram |
Max.
Leeftijd
|
8
jaar |
Typische kenmerken
|
Langgerekt en zijdelings afgeplat lichaam.
Drie paar korte baarddraden.
Heeft een dubbelpuntig stekeltje onder het oog.
De schubben zijn zeer klein en zo goed als niet te zien met
het blote oog.
Onderstandige bek. |
Vindplaats
|
Eerder zeldzaam in onze streken.
Komt voor in heldere waters met een zanderige bodem en liefst
voorzien van plantengroei.
Leeft voor 's nachts en overdag is hij ingegraven in het zand
met alleen zijn kop boven.
Blijft ook redelijk trouw aan zijn standplaats.
Door zijn erg groot kieuwoppervlak en de mogelijkheid om
zuurstof via de darmen in te nemen (lucht happen), kan hij
langere tijd overleven in barre omstandigheden.
Modderkruipers zijn ook erg gevoelig aan luchtdrukverschillen en
komen dan vaak onrustig aan het oppervlak zwemmen.
Beschermde soort. |
Uiterlijk
|
Door
de microscopische kleine schubben voelt hij erg glad
aan.
Op de zijkant het lichaam zijn er een 10 tot 20 ronde bruine
vlekken. |
Voortplanting
|
Van
mei tot juni, maar wordt eerder bepaald door de
watertemperatuur.
Ze zouden geslachtsrijp zijn na 2 jaar.
Zet de eitjes, die kleverig en niet groter dan 1 mm, af op
stenen en planten. |
Voeding
|
Het
visje zuigt zand op en filtert hieruit zijn voedsel en
verwijdert het zand via de kieuwen.
Meestal is het plankton, maar soms ook wat muggenlarven.
|
top
terug naar vissoorten in
Vlaanderen