Pos.
|
Familie indeling |
Percidae |
|
Wetenschappelijke naam |
Gymnocephalus cernua |
|
Bijnaam |
Postje. Snotbaarjes. |
|
Buitenlandse namen |
Ruffe (GB) Grémille (Fr) Kaulbarsch(D) |
|
Afbeelding afbeelding |
 |
|
Max. Lengte (M/F) |
25 cm |
|
Max. Gewicht |
200 gr |
|
Max. Leeftijd |
8 jaar |
|
Typische kenmerken |
Deze
baarsachtige behoort tot de kleinste van zijn soort. Gedrongen lichaamsbouw met stompe "kale" kop. Stompe snuit met dikke vlezige lippen. Grote ogen, goed gezichtsvermogen (troebel water). Rugvinnen lopen in elkaar over. Het voorste deel van deze vin bestaat vooral uit stekels, het achterste deel is zachter. Eindstandige bek. Sterke slijmafscheiding.(snotbaars) Zijn zijlijnsysteem is zeer goed ontwikkeld. |
|
Vindplaats |
Vooral in stilstaand of traag stromend water. Soms in grote scholen. Gevoelig voor zuurstof tekort. Is vooral actief tijdens de dag en is een typische bodemvis. Redelijk bestand tegen brak water. Vertoeft liefst in troebel water als bescherming tegen andere roofvis zoals snoek en snoekbaars. Niet beschermd. |
|
Uiterlijk |
De
rug bruinachtig tot olijfgroen en de buik is lichter van kleur. Talrijke vlekken op rug en flank. Stekel op het kieuwdeksel. |
|
Voortplanting |
April tot mei met een watertemperatuur vanaf 15°C. Witgrijs tot geelkleurige kleverige eitjes van +/- 1 mm worden in ondiep water afgezet op planten of stenen. (tot 100.000/seizoen) Na 1 jaar zijn ze maximum 7 cm en in hun 2de of 3de jaar zijn ze geslachtsrijp. |
|
Voeding |
Insectenlarven, wormpjes, plankton, soms visbroed. Kan zich ook in het donker of 's nachts voeden via het zijlijnsysteem. Durft zich bezondigen aan kannibalisme. |