Rivierprik.
|
Familie indeling |
Petromyzonidae |
|
Wetenschappelijke naam |
Lampetra fluviatilis |
|
Bijnaam |
|
|
Buitenlandse namen |
River Lampry (GB) Lamproie fluviatile (Fr) Flussneunauge (D) |
|
Afbeelding |
 |
|
Max. Lengte (M/F) |
50 cm |
|
Max. Gewicht |
350 gram |
|
Max. Leeftijd |
10 jaar |
|
Typische kenmerken |
Aalachtig lichaam. Gladde huid 7 duidelijke ronde kieuwopeningen. |
|
Vindplaats |
Brengt een groot deel van zijn leven door in de zee of in grotere rivieren. Dit is meteen het grootste onderscheid tussen de rivier- en beekprik. Deze laatste blijft in beken en riviertjes. In grotere aantallen te vinden in de beneden-zeeschelde. Prikken eisen een uitstekende waterkwaliteit. In België zijn ze beschermd. |
|
Uiterlijk |
Gladde huid en dus geen schubben. Rugvin bestaat uit 2 delen en de staart is omzoomd door een vin. Grijsbruine rug, lichter gekleurde buik. |
|
Voortplanting |
April tot juni. Paaien vooral in de bovenlopen van rivieren. Maken een nest van kiezeltjes om te paaien. Er paaien tot 50 rivierprikken in 1 nest. Na het voortplanten zouden de mannetjes snel sterven. Na ongeveer 2 weken komen de eitjes uit. |
|
Voeding |
Is een parasiet en voedt zich met visrestanten. |