Zeelt.
Familie indeling
|
Cyprinidae |
Wetenschappelijke naam
|
Tinca tinca |
Bijnaam
|
Louw |
Buitenlandse namen
|
Tench (GB)
Schleie (D)
Tanche (F) |
Afbeelding
klik op foto voor grotere afbeelding
|

|
Max. Lengte (M/F)
|
85
cm |
Max. Gewicht
|
7.5
kg |
Max.
Leeftijd
|
30
jaar |
Typische kenmerken
|
Glibberige dikke slijmlaag.
Stevige lichaamsbouw met stevige staartpartij.
Bolronde vinnen.
Slurfvormige bek, vlezige lippen, 2 korte baarddraden.
Zeer kleine schubben.
Bovenstandige bek.
Is bestand tegen hogere watertemperaturen (tot 35°C).
Hij kan ook perfect een erg lange tijd zonder voedsel en dit kan
zelfs tot meerdere maanden gaan.
Leeft, of is actiever, gedurende de nacht.
Het is een schuwe vis.
De slijmen van de zeelt zouden een geneeskrachtige uitwerking
hebben en vroeger werd hij gebruikt als middel tegen allerlei
kwaaltjes. |
Vindplaats
|
Deze
soort zou al miljoenen jaren bestaan en komt voor in grote
delen van Europa en Siberië. Sinds vorige eeuw op grote
schaal uitgezet en dus nu gekend in alle werelddelen. De zeelt
leeft in langzaam stromend water, in dode zijtakken en in
bochten met modderige bodem met veel plantengroei. Ze
worden ook in karpervijvers uitgezet.
We vinden ze ook in het oostelijk deel van de Oostzee. In
België komen ze algemeen voor in stilstaande en langzaam
stromende wateren met veel plantengroei en zachte
bodem. Gedijt best in warmere wateren en kan in zuurstofarm
water extra zuurstof opnemen via de huid.
Als het bijzonder koud of warm is, houdt de vis op met eten en
graaft zich in de modder in.
Minimum maat: 25 cm. |
Uiterlijk
|
De
zeelt is een gedrongen karperachtige met kleine schubben,
die zeer vast in de huid zit. In de mondhoeken zit een korte,
dunne baarddraad. Hij heeft opvallend kleine ogen;
helderoranje van kleur. De rug is bruingroen, de zijkanten
glinsteren goudachtig, de buik is wit. De zeelt behoort tot de
weinige vissen, waarvan we op het eerste gezicht kunnen zien
met welk geslacht we te doen hebben. De mannetjes hebben
langere buikvinnen dan de vrouwtjes, met een sterk verdikte
tweede vinstraal.
Er bestaat in de sierteelt ook een goudkleurige zeelt. |
Voortplanting
|
Mei
tot juni of wanneer de watertemperatuur rond de 18°C is.
Is na ongeveer 3 à 4 jaar geslachtsrijp. Het aantal eieren is
erg
groot, tot 800.000.(200.000 tot 400.000 per kilo
lichaamsgewicht)
Na een week komen de eitjes uit.
Zeelten zijn trage groeiers en na 1 jaar zijn ze slecht +/- 5cm.
De mannetjes vertonen paaiuitslag op kop en rug. |
Voeding
|
De
zeelt houdt zich meestal bij de bodem op en het
hoofdvoedsel vormen kleine bodemdiertjes.
Typisch zijn de kleine luchtbelletjes die ontstaan door het
gewroet in de modder. |
top
terug naar vissoorten in
Vlaanderen