Feedervissen, Techniek:
Voeren.
Kijk ook eens in het hoofdstuk "Lokvoer"
ergens anders op deze website.
Hier is al
veel gezegd en geschreven, maar toch zijn er substantiële verschillen
in manier van
voeren en natuurlijk ook in de samenstelling van het feedervoer.
Het voordeel
van feederen is dat je de reeds aangelegde voerplaats bij
iedere nieuwe
worp zal onderhouden met wat nieuw voer.
Het aanleggen
van deze plek duurt wel wat langer dan bij de vaste stok en
is ook niet
zo nauwkeurig.
Het bereiden
van het voer gebeurt zoals steeds in een ruime emmer, wordt in
meerdere
keren bevochtigd en tenslotte na een rustpauze door de zeef gehaald.
De
consistentie of vastheid van feedervoer kan wat verschillen van het
vaste stok
voer en
naargelang het type van water, stroming, diepte en soort voerkorf,
kan het
natter of net droger zijn. Ook de kleefkracht kan verschillen naargelang
de
omstandigheden.
In de handel
zijn specifieke feedervoertjes te koop die perfect voldoen en zoals
steeds is het
experimenteren tot je de juiste samenstelling hebt.
De wetten van
het voeren gelden ook voor het feederen en je moet zelf maar
uitzoeken
welke kleur, aroma's of actieve bestanddelen je wil uitproberen.
Het opbouwen van een voerplaats doe je na het uitpeilen en bepalen van
de afstand
(lijnclip). Het basisvoer kan je eventueel al mengen met
kemp, maïs of
tarwe, maar nog niet met maden, casters of gesneden pieren.
Ik gebruik
mijn heavy feeder met een top van 4 oz. en een grote voerkorf.
Voorbeeld van
een grote voerkorf met een laag leeggewicht van slechts 10 gram
Gebruik zeker
geen powergum als verbinding tussen hoofdlijn en korf
omdat het
totale gewicht te groot is en de kans om de korf te verspelen
door breuk
van de powergum is zeer reëel.
Het is ook
verstandig om toch even de werpafstand te markeren op de oever
zodat in
geval van lijnbreuk deze afstand kan terug gevonden worden.
Vul de korf
met voer, verwijder de resten aan de buitenkant van de korf
en werp
volgens de reeds beschreven techniek de voerkorf naar de voerplek.
Zeker aan te
raden is om de lijn af te remmen om een te grote schok op de
lijn en
lijnclip te voorkomen.
Zodra de korf
het water raakt, breng je de hengeltip onderwater en wacht
je tot de
korf de bodem raakt. Span de lijn wat op en wacht dan bv. 30 seconden.
Met enkele
korte maar hevige rukken maak je de korf verder leeg. Het is erg
belangrijk
dat de korf ter plaatse geledigd wordt om een voerspoor te vermijden
bij het terug
inhalen van de korf. Is de korf niet leeg, dan moet je het voer
aanpassen,
minder hard aandrukken of misschien even langer laten rusten
op de bodem.
Dit proces
herhaal ik 10 tot 15 keer.
Wat je
natuurlijk terecht kan opmerken is dat bij iedere worp er een
hels kabaal
gemaakt wordt en de vis kan doen vluchten. Na het voeren
dus wat
geduld hebben en rekenen op de aantrekkingskracht van het voer.
Zo'n typische
voersessie duurt toch al snel 15 tot 20 minuten en
soms moet je
bij uitblijven van beten dit nog eens herhalen op een later tijdstip.
Na aanleggen
van de voerplaats schakel ik over op een light of medium feeder
met een
aangepaste korf, die nu wel met powergum aan de hoofdlijn zit.
Het gewicht
van de korf, open, halfopen of gesloten wordt bepaald door
omstandigheden zoals eerder reeds beschreven.
Het voer
wordt nu ook verrijkt met maden, casters enz.
Het haakaas
is ook steeds terug te vinden in het voer en verder is het wachten op
beet!
terug naar feerdervissen techniek terug naar feedervissen terug naar hoofdmenu