De waterhuishouding/osmose regulatie:
Zowel zoet- als
zoutwatervissen moeten beschikken over een systeem om wateruitwisseling
te regelen.
De nieren gaan niet alleen het bloed zuiveren, maar ze gaan ook de zout-
en waterhuishouding
regelen.
Vissen zijn zeer gevoelig voor schommelingen in het zoutgehalte van hun
omgeving en zo kunnen de meeste vissen alleen in zoutwater of zoetwater
overleven.
Het zoutgehalte van het bloed van een zoetwatervis is meestal hoger dan
het zoutgehalte van het water waarin hij leeft.
Door de osmotisch druk ( de neiging om zoutgehaltes op gelijke hoogte te
houden) zal een
zoetwatervis meer vocht opnemen via kieuwen, membranen en de ingewanden.
Om dit overtollig
water weer kwijt te spelen zullen zoetwatervissen veel en sterk verdunde
urine produceren en dit kan gaan tot 12% van hun lichaamsgewicht.
Bij zoutwatervissen is het juist tegenovergestelde waar en deze moeten
dus veel drinken en produceren weinig urine.