Bacteriën:
Wat is een bacterie?
Een bacterie is een vrij eenvoudig eencellig organisme zonder
kernmembraan en zonder afgescheiden celkern.
Ze behoren tot de prokaryoten. (= eencellige zonder kern en met simpele
celstructuur, tegenhangers van de eukaryoten).
Bacteriën zijn de meest voorkomende organismen op aarde en ze zijn
alomtegenwoordig in aarde en water.
Op en in een mensenlichaam (ook op dieren) bv zitten er miljoenen en
miljoenen van deze organismen, maar daarom zijn ze niet direct
schadelijk.
Bacteriën hebben een grootte die varieert tussen 1/10.000ste van een
millimeter en 2/100ste van een millimeter, gemiddeld zijn ze 1/1.000ste
van een millimeter. Hiermee zijn ze de kleinste organismen die je kan
waarnemen met een 'klassieke lichtmicroscoop'.
De vorm van deze organisme wordt dikwijls gebruikt om ze beter te kunnen
indelen.
Zo heb je de bolvormige "coccen", de "staafjes" die cilindervormig zijn,
de "spiraalvormigen" en de "kommavormigen".
Een andere manier van onderscheiden gebeurd door de "Gramkleuring".
Reageert een bacterie positief dan gaat het over
een "grampositieve" bacterie (gram+), anders is het een "gramnegatieve"
bacterie (gram-).
Sommige soorten hebben (1 of meerder) een soort 'staart', flagellen
genaamd en deze geeft bewegelijkheid aan de bacterie.
Weer andere specimen hebben een kapsel of slijmlaag, terwijl andere ruw
zijn en uitsteeksels hebben (pili). Heeft te maken met aanhechting en
uitwisseling van erfelijk materiaal
Het erfelijk materiaal, het DNA, van een bacterie bestaat meestal uit 1
ringvormig chromosoom.
Bacteriën vind je letterlijk overal en ze zijn lang niet altijd
schadelijk; integendeel, er bestaan zelfs heel wat nuttige bacteriën,
denken we maar aan onze darmflora, de voedselindustrie en voor het maken
van medicijnen.
Schema van een bacterie.
Staafvormige bacterie
onder microscoop.
Bacteriën stellen vaak meer en andere eisen om zich te
ontwikkelen en de vermenigvuldiging gebeurd via binaire celsplitsing.
Dus een cel splitst zich in twee dochtercellen, die splitsen zich weer
in telkens twee cellen enzovoort.
Temperatuur, zuurgraad, osmotische druk en zuurstofspanning kunnen een
invloed hebben op de ontwikkeling, al naar gelang de bacterie.
Zo onderscheiden we bv de aërobe types die zuurstof nodig hebben om te
groeien en anaërobe types die juist geen zuurstof verdragen om te
groeien. De extremophielen bv kunnen groeien in voor mensen extreme
omstandigheden en zo zijn er voor de meeste omstandigheden wel bacteriën
te vinden die welig tieren.
Zoals reeds gezegd zal niet elke bacterie een ziekte veroorzaken, maar
als ze het wel doen kan er een antibioticum toegediend worden.
Bacteriële infecties komen redelijk frequent voor en vertonen meestal
dezelfde groep van symptomen zodat een laboratoriumonderzoek nodig is om
de schuldige bacterie aan te duiden.
Op zich zijn deze infecties, eens men de oorzaak kent, redelijk goed te
behandelen met medicatie.
Bekende ziekten veroorzaakt (bij de mens) door bacteriën zijn oa:
tetanus, cholera, pneumonie en TBC.
Wist je dat Anton Van Leeuwenhoek uit Delft, Nederland in 1683 als
eerste een bacterie kon bekijken met zijn zelfontwikkelde microscoop?