Fluweelziekte:
Wetenschappelijke naam |
Oodinium pillularis, Oodinium limnecticus. |
Categorie |
Protoza, dinoflagellaten |
Afbeelding veroorzaker |
|
Eigenschappen veroorzaker |
Deze protozo behoort tot de
groep van de dinoflagellaten, dewelke op hun beurt deel uitmaken van het zooplankton. Ze zijn tussen de 50 en 100 micrometer groot en hebben een peervormig uiterlijk. De celdeling gebeurt binnen een cyste. De 'larve' zullen snel gaan rondzwemmen, op zoek naar een gastheer. De parasieten hechten zich vast op huid, vinnen en kieuwen met behulp van een soort wortels (pseudopodia) en gaan zich voeden met huidcellen. Na enkele dagen zijn ze volwassen en vallen ze van de vis om zichzelf voort te planten op de bodem. Ze doen dit in een soort cyste en in iedere cyste zullen er 32 tot 64 nieuwe dinosporen geproduceerd worden. De sporen komen vrij en zullen met behulp van hun zweepstaarten op zoek gaan naar een nieuwe gastheer. Eens deze gevonden verliezen ze de staartjes; ze hebben ze toch niet meer nodig. Ze moeten deze gastheer wel vinden binnen een tijdsspanne van 24 à 36 uur anders gaan ze dood. De andere protozo; de limnecticus, plant zich voort op de vishuid en maakt hiervoor cirkelvormige cysten die zullen openbarsten en de sporen zullen vrijlaten. |
Uitwendige tekens |
Er is een typisch soort
beslag te bemerkten op de huid van de vis, dat naargelang de veroorzaker, goud tot roestbruin of grijswit is. Daarom wordt deze aandoening soms ook zand- peper- of goudstip genoemd. Er zullen huidbeschadigingen zijn omdat de parasiet er zich vast wortelt en dit is een opendeur voor andere infecties. Het geeft ook jeuk en dat zorgt ervoor dat de vis gaat schuren en geagiteerd is. In ernstige gevallen zal de vis zijn eten laten liggen, gaat vermageren en wordt lusteloos. Als de kieuwen zwaar zijn aangetast kunnen er ademhalingsstoornissen optreden en ziet men de vis naar lucht happen. Er zal ook meer slijm zijn. |
Inwendige tekens |
Geen. |
Afbeelding zieke vis |
![]() |
Overdracht |
Door direct contact en de
rondzwemmende sporen. In aquaria, bij binnenbrengen van nieuwe, doch besmette vissen. |
Besmettingsgevaar |
Zeer besmettelijk. Vooral door de erg snelle reproductie. |
Behandeling |
Vergelijkbaar met de behandeling van bv witte stip. |
Mortaliteit |
Deze aandoening komt niet
zo vaak voor, maar kan wel dodelijk zijn, vooral bij jongere vissen met een nog niet zo goed ontwikkeld immuunsysteem. |