Protozoa:
Wat zijn protozoa?
Een protozo (=enkelvoud van protozoa of protozoön), of oerdiertje is
het laagste eencellig
levend wezen van het dierenrijk.
Ze vertonen in zekere zin een aantal eigenschappen die worden
geassocieerd met dieren en meer bepaald de mogelijkheid tot bewegen en
het heterotroop zijn (Heterotropen hebben organische
stoffen nodig voor groei en ontwikkeling, bv alle dieren zijn
heterotropisch).
Deze eencellige behoren tot de groep van de Eukaryoten (=organisme met
complexe cellen en kern waarin erfelijk materiaal zit en ze zijn dus
verschillend van bv bacteriën die tot de prokaryoten behoren en geen
kern hebben).
De celmembranen zijn soms gepantserd.
Ze bezitten ook verschillende celorganen zoals een celmond, kloppende
vacuolen (holten) en verteringsvacuolen.
Protozoa worden traditioneel opgesplitst op basis van hun
bewegingsmogelijkheid.
- Flagellanten: zijn voorzien van een of
meerdere 'zweepstaarten' die dienen als voortstuwingsmechanisme.(vgl.
met menselijk sperma)
- Amoebe: zij gebruiken 'schijnvoetjes' om
zich voort te bewegen en te voeden.
- Sporozoa: hebben geen schijnvoetjes of
zweepstaarten. Uitsluitend parasitair.
Malaria is de bekendste aandoening die door hen veroorzaakt worden.
- Ciliaten: gebruiken trilhaartjes om zich
voort te bewegen.
Komen in bijna elk water voor.
Kunnen tot 1mm groot worden.
De meeste protozoa kan je alleen zien onder de microscoop, ze zijn
immers niet groter dan
1/100ste tot 5/100ste millimeter.
Protozoa zijn alomtegenwoordig in de meeste waters of vochtige
omgevingen en spelen hier een belangrijke ecologische rol waar ze een
groot deel uitmaken van het zoöplankton.(plankton is de verzamelnaam
voor alle, vrij in het water zwevende organismen,het zoöplankton is het
dierlijke deel hiervan)
Ook voor andere dieren kunnen ze nuttig zijn zoals voor de herkauwers
waar ze het cellulose
verteren uit het plantaardig voedsel.